Bepaald, waardevolle gedeelten (w.o. de
archeologische collectie en boeken en
kaarten inzake de historie van het Gooi)
zijn in de loop van de tijd aan het Goois
Museum geschonken. Met de overige papieren
zal men niet goed weg geweten
hebben. En zo zal men er toe gekomen zijn
er geen bezwaar tegen te maken dat
deze en gene snuffelaar er in kwam neuzen
en er stukken uit ‘leende’. Op grote
schaal moet in ieder geval de heer
C.L. Heek in dit opzicht actief geweest zijn.
Naar ik van verschillende kanten vernam,
was hij een merkwaardige, maar over
het algemeen zeer gewaardeerde figuur in
het Hilversum van vóór de tweede
wereldoorlog. .[…]. Na zijn dood (op
nieuwjaarsdag 1941) bleek zijn woning
boordevol te zijn met paperassen van de
meest uiteenlopende aard, schijnbaar
ongeordend door elkaar. Tot overmaat van
ramp hebben de erfgenamen de boedel
laten veilen door een makelaar die de
waarde van oude boeken en papieren niet
besefte. […]. Dit drama heeft zich mede
voltrokken (en daarom is het hier in
herinnering gebracht) aan een
waarschijnlijk vrij omvangrijk deel van de door
Albertus Perk nagelaten papieren. Gered is
slechts het koptiendenarchief tesamen
met een beperkt aantal stukken van andere
aard. De familie heeft deze stukken op
de veiling gekocht en daarna aan het Goois
Museum geschonken. Vervolgens
zijn- al weer vele jaren geleden-
overgebracht naar het Rijksarchief te Haarlem.
Niet te schatten is, hoeveel andere stukken
over verschillende kopers verdeeld
nog elders bewaard gebleven zijn.
|